Ik gooi een lepel naar arno en houd een potje appelmoes omhoog. Het is 21:30 en Arno kijkt me, lui op de bank hangend, vragend aan. Ik ben net thuis van mijn avonddienst en kijk verontschuldigend naar hem. Wanneer ik merk dat de lepel en de appelmoes wat meer uitleg nodig hebben zeg ik: “Hanna … Doorgaan met het lezen van Honderd feestdagen