‘En? Wat was vandaag haar beroep?’ vraagt arno cynisch. ‘Mariene bioloog natuurlijk,’ antwoord ik met een zucht terwijl ik een wijntje inschenk. Ik heb nog nooit zo’n hekel gehad aan een fictief personage. ‘Ze kan ook alles, he!’ zegt Arno. ‘Dan trouw je toch lekker met haar!’ roep ik melodramatisch vanuit de keuken. gelukkig is de bibliotheek weer open, morgen haal ik nieuwe boeken.
Sinds de lockdown konden we niet naar de bibliotheek. Normaal halen we elke drie weken tien nieuwe boeken. Niet alleen omdat dat leuk is voor de meiden, maar ook voor je eigen mentale welzijn is het na een paar weken wel goed om van voorlees boek te wisselen. Zo merkte ik dat ik boekjes op rijm heel vaak onbewust opdreun in mijn hoofd als ik naar werk loop. Het was dus tijd voor nieuwe boeken, maar de bibliotheek was dicht.
Onze voorlees voorraad bestond daardoor de afgelopen maanden uit een reeks van dertig Barbie boekjes. We hebben ze gekregen en eigenlijk de eerste tijd vooral vermeden. Want boekjes over Barbie spreken nou niet gelijk tot de verbeelding, dus ze hebben er een tijd gestaan. Tot ik écht niet nog een keer de Gruffalo of Slokkebrok de slang wilde voorlezen. Ook Mathilda waren we nu drie keer opnieuw begonnen, dus het was tijd….
En ik moet toegeven, de eerste avond dat ik een Barbie boekje voorlas was ik blij verrast! De tekst loopt lekker, de verhaaltjes zijn makkelijk en je leest ze in één keer uit. Vanaf toen was het raak, elke avond lazen we een Barbie boek voor. Maar na verloop van tijd begon ik me te ergeren. Er zat een terugkerend patroon in de boekjes en hoe meer ik erop lette hoe geïrriteerder ik werd…
Barbie kan alles!! Maar dan ook alles….
Het is echt heel vervelend! Ze kan alles, ze doet alles, ze heeft tijd genoeg voor alles. Maar ze is ook super bescheiden en zal nooit zeggen dat ze alles kan. Een voorbeeld van de opbouw van een Barbie boek:
Elk boekje begint met een scene waarin ze iets doet, haar paard trainen bijvoorbeeld. Want Barbie heeft natuurlijk een paard, duh. Daarna gebeurd er iets waardoor Barbie zonder dat ze het zelf door heeft wordt ontdekt. Het circus rijdt langs, de circus directeur ziet haar met haar paard trainen en zegt: ‘Je bent de beste die ik ooit heb gezien, kom bij het circus!’ Dan wijst Barbie dit af, want ze is bescheiden: ‘nee joh, doe niet zo mal, ik ben niet zo goed’. Vervolgens moet de hele omgeving veren in haar reet steken en zeggen dat ze écht wel heel goed is, voordat ze eindelijk toegeeft. En als laatste redt Barbie de hele show, want de professionals gaan de mist is en ze redt de hele boel.
Barbie is cowboy, ijsdanser, snowboarder, toneelschrijver, hondentrimmer, balletdanser, modeontwerper. En altijd per ongeluk! Het is nooit haar bedoeling om er goed in te zijn, ze kan het gewoon en er is altijd een professional in de buurt die ziet dat zij dit toevallig goed kan en werk haar aanbiedt. En natuurlijk gaat ze dit dan gewoon doen, duh! Ongeacht je huidige baan, wat dat ook moge zijn. Want er zijn ook een aantal boekjes waarin ze al een beroep heeft. Piloot, tandarts, dokter en popster natuurlijk, duh… Barbie is waar alle werkgevers naar op zoek zijn, een twintiger met veertig jaar werkervaring.
Ik weet niet waarom ik me hier zo druk over maak. Wellicht is het een soort van misplaatste jaloezie. Wil ik stiekem bij het circus? Wil ik stiekem ook ontdekt worden? Wil ik piloot zijn, maar tegelijkertijd vier maanden gaan werken op een koeienboerderij als cowboy? Wat wil ik?!
Ik denk dat de conclusie is dat we nieuwe boeken nodig hebben en dat de bibliotheken net op tijd open zijn. Een identiteitscrisis is hiermee voorkomen. ‘Na morgen lees ik nooit meer uit die boeken voor,’ mompel ik terwijl ik op de bank neerplof.