Het is vakantie! En wij hebben het geluk dat we in een straat wonen met heel veel kinderen, dus er is altijd wel iemand om mee samen te spelen. Het is een levendige buurt en iedereen mag bij elkaar in de tuin komen. Dus als het lekker weer is hebben de kids alle trampolines, zandbakken, steppen, skates, schommels en voetballen van de hele straat tot hun beschikking. Soms is er even ruzie om iets, maar meestal gaat alles vredig en is er niet veel gedoe wanneer ze buiten spelen.
Het échte gedoe begint pas als het regent. Zoals vandaag.
Ik wordt wakker en hoor gelijk dat er regen op mijn burgerlijke veluxramen valt. “Oh neeeee….”. Ik kijk snel hoe laat het is. Het is 7:15. Ook hoor ik dat Sara al bij Hanna op de kamer is en dat ze samen aan het ravotten zijn. Nog steeds passen ze samen in het ledikant van Hanna en ze kunnen zich er rustig een uur in vermaken. Maar daar hebben vandaag we geen tijd voor, want het regent, dus ‘De veiling klok is gaan lopen’. En je denkt vast “huh? Wat heeft een veilingklok hiermee te maken?”.
Ik zal het uitleggen:
Bij een veiling, bijvoorbeeld een bloemenveiling, wil je als de klok loopt zo laat mogelijk drukken om de prijs zo laag mogelijk te krijgen, maar je moet wel snel genoeg drukken om als eerste te zijn. Dus speel je samen een zenuwslopend spelletje waarin je zo lang mogelijk wacht en tegelijk de ander voor wilt zijn.
Op regenachtige dagen willen kinderen binnen spelen. Dus ik zie voor me dat alle ouders in de wijk op regenachtige ochtenden, zenuwachtig kijkend op de klok, proberen in te schatten wat een schappelijke tijd is om je kind de deur uit te gooien om ergens anders te gaan spelen. In de hoop dat er niet een ouder is die één minuut eerder zijn kind uitzwaait bij de voordeur en roept: “kijk maar of ze thuis zijn, ok? Lekker spelen he!”. Want als je te laat bent dan heb je nog vóór 10.00 uur een huis vol kinderen en een woonkamer vol glitters, snippers, lego, poppen, stiften en klei.
Dus terwijl ik Sara aankleed kijk ik op de klok, 7:45. Terwijl Sara een boterham eet kijk ik op de klok, 8:15. Ze mag nog wel even tv kijken, 9.00. In mijn hoofd maak ik de afweging en discussieer ik met mezelf: “normaal zou ze al dertig minuten op school zitten, dus dit wel een nette tijd toch?” “maar het is vakantie, het is te vroeg”. “niemand met kinderen slaapt uit, dus ze zullen wel wakker zijn” “maar misschien moet ik wachten tot half tien.”
Ik besluit nog een kwartier te wachten en schil een appel voor Sara terwijl ik op de klok kijk. Ik kan ook niet té lang wachten met haar richting een vriendinnetje te sturen, want dan staan ze al hier aan de deur en dan zit ik met het hele circus hier. Dus om stipt 9.25 stuitert Sara de deur uit, door de regen naar een paar huizen verderop. Ik hoor de voordeur open gaan en gelijk daarna hoor ik een meisje roepen: “jaaaaa we gaan knutselen!!”. Vanaf een andere kant zie ik nog twee buurmeisjes aan komen rennen, ze dragen regenjasjes en laarzen. Ze verdwijnen allemaal in hetzelfde huis.
Rond 12:00 komt sara terug, met een knutselwerk overladen met glitters, snippers en stickers. Ik kan me alleen maar voorstellen hoe het huis eruit moet zien waar dit kunstwerk tot stand is gekomen.
Wanneer ik later die middag de vuilnisbak op de stoep zet kom ik de buurman van een paar huizen verderop tegen. Hoi. Haay. “Ook lekker vakantie?” vraag ik. “jazeker” antwoord de buurman terwijl hij zuchtend wat glitters van zijn shirt klopt. Als hij zich omdraait zie ik een sticker op zijn broek zitten.
Ik denk zomaar dat de veilingklok morgenochtend wat vroeger begint te lopen.