Erop of eronder

“Mamaaa… Ik heb Pijijijijijn….” Huilt Hanna en ze loopt met uitgestrekte armen naar mij toe. Ik huil ook, maar ik snij uien voor het avondeten.

Het is een typische vrijdagmiddag. En met een typische vrijdagmiddag bedoel ik: iedereen is moe, iedereen is klaar met de week en niets gaat zoals het zou moeten. Huilend van de uien neem ik huilende Hanna op schoot en laat haar d’r verhaal doen. Ik kijk er niet van op, want op vrijdag middag gebeuren er nou eenmaal rare dingen.

Een gemiddelde typische vrijdagmiddag is hectisch. Maar nu is het ook nog de eerste vrijdagmiddag na de herfstvakantie. Die eerste normale week is altijd een rot week, want ouders zijn na een week vakantie met kinderen eigenlijk gewoon toe aan een week vakantie zonder kinderen. Ondanks dat het heel fijn was en we echt gezellige dingen hebben gedaan. Maar je bent gewoon moe, je hebt 24/7 je kinderen om je heen gehad en ze vermaakt. En nu is het tijd voor jezelf. Maar dat kan niet, want de vakantie is zit erop.  
Daarnaast moeten in deze eerste schoolweek kinderen weer wennen aan het feit dat alles op tijd moet gebeuren. Structuur en zo… Sara vindt het vooral hartverscheurend dat ze elke ochtend normale kleding aan moet doen en niet in haar pyjama kan blijven rondhangen. En Hanna moet weer wennen aan de dagopvang, maar vooral aan dat Sara niet de hele dag bij haar is. Want die twee hebben altijd de grootste lol, totdat ze moe worden en één van de twee moet huilen.

Maar even terugkomend op het verhaal van huilende Hanna. Ze heeft pijn en vertelt mij wat er is gebeurd. Ik denk niet dat iemand anders haar zou hebben verstaan tussen al het sniffen en snikken door, maar met een aantal steekwoorden en dramatische gebaren lukt het Hanna om een plaatje te vormen.
Het verhaal is dat zij en Sara op de grond lagen voor de tv en dat het Sara een goed idee leek om een kussen van de bank bovenop Hanna haar gezicht te leggen. Dat vond Hanna echter een minder goed idee, dus ze had haar hoofd erop gelegd. Maar Sara wilde ook met haar hoofd op het kussen (grote kleine mensen problemen), dus trok ze het onder Hanna vandaan. Die op haar beurt een schedelbasisfractuur opliep omdat haar kop tegen de grond knalde.
Ik weet eigenlijk niet zo goed waar ik moet beginnen met dit verhaal, dus zeg ik iets in de trend van: “Sara, doe eens voorzichtig met je zusje, we hebben geen nieuwe als deze kapot gaat.” Sara kijkt mij met een wazige blik en rode vermoeidheidswangen aan en hanna wrijft over haar achterhoofd. Dit heeft geen nut, het lijkt wel of er niets meer tot ze doordringt. Ze zijn te moe en tegelijkertijd de slaap al voorbij, er valt geen land mee te bezeilen. Ze lijken wel dronken…

Ja, dat dus. Elke vrijdag middag hebben wij twee kleine dronken mensen in huis rond stampen… Twee kleine dronken mensen die zonder dat ze dit met opzet doen elke vijf minuten een ondoordachte poging doen om elkaar te vermoorden of iets slopen. Sara duwt een kussen op Hanna d’r hoofd, er valt een plant om, Hanna gaat op Sara d’r hoofd zitten, er gaat een glas kapot, Sara probeert Hanna op te tillen en laat haar met een doodsmak vallen. Soms kunnen ze er wel om lachen, als je dronken bent ben je immers erg flexibel. Andere keren moeten ze er om huilen met lange vermoeide uithalen en ongecontroleerde naschokkende ademhaling. Toch heeft het geen zin om op vrijdagmiddag uit te leggen dat het ook niet zo handig is om als spelletje zo hard mogelijk tegen elkaar aan te rennen. Kleine dronken mensen luisteren namelijk niet.

Dus eten we op tijd. Sara hangt als een echte dronkenlap met haar kin op de eettafel, ze krijgt de slappe lach omdat ze haar hele hoofd nu moet bewegen om te kauwen in plaats van alleen haar onderkaak. Hanna blaast belletjes in haar drinken en doopt ook haar sperzieboontjes erin. Arno en ik twijfelen of wij ook de slappe lach krijgen of stiekem een beetje willen huilen in de trapkast.

Na het eten beland Dronken Hanna, wanneer we even niet opletten, met kleding en al in bad. En Dronken Sara moeten we later op de avond nog een keer terug op bed leggen. Maar dan lijkt het er toch op dat de twee meiden hun roes eindelijk gaan uitslapen. De eerste week zit erop, vanaf hier kan het alleen maar beter worden. Met een wijntje plof ik naast arno op de bank en roep: “weekend!” en ik proost enthousiast tegen zijn glas dat op de tafel staat. Arno kijkt me strak aan en zegt: “we moeten morgen om 9:00 in Delft zijn voor een rugbywedstrijd”.

Ik zet mijn wijntje weer neer, zak onderuit op de bank en leg een kussen op mijn gezicht, arno legt zijn hoofd erop. Met mijn gezicht in het kussen kies ik dan toch maar voor de slappe lach.

Een gedachte over “Erop of eronder

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s