“Nee, wat jij doet klopt niet! je moet alle routes belopen en dan overal dezelfde uitkomst krijgen.” Valt mijn vader mij in de reden. Ik zeg nogmaals dat ik het principe wel snap, maar dat ik er niet uitkom. Mijn moeder doet ook een duit in het zakje en we buigen ons met z’n drieen nog eens over de getallen.
Rekenen opdracht 9, groep 3…
Mijn grootste angst is werkelijkheid geworden, alleen iets sneller dan verwacht. Zo’n 7 jaar eerder. Ik snap het huiswerk van Sara niet, ik kan haar niet helpen en ze zit pas in groep 3.
Laten we eerlijk zijn, getallen zijn niet mijn sterkste kant, sterker nog, het is misschien wel mijn slechtste kant. Mijn hoofd krijgt een error, de getallen draaien door elkaar en mijn brein schakelt zichzelf uit. Dat is hoe ik op getallen reageer. Op de middelbare school heb ik dan ook alleen wiskunde a gedaan, omdat dit verplicht was. Maar ook daar bakte ik niet veel van die gekke verhaaltjes sommen: Als een appel van de boom valt met 100 km per uur en 3 km verder staat een ton met peren, hoe laat komt de trein dan aan op station Gouda?
Dus we kunnen wel stellen dat rekenen niet mijn sterkste punt is. Ik was dus ook erg opgelucht dat ik tot nu toe Sara kon helpen met haar huiswerk en het ook nog op een manier kon uitleggen waarop zij het ook snapte. “als er 10 broodjes in 1 zak zitten, hoeveel losse broodjes heb je dan nog nodig om 13 broodjes te krijgen?” Ik gaf mezelf een schouderklopje. We vlogen door de opgaven heen. Ook de opgaven die je normaal maakt als je nog tijd over hebt. Nog een schouderklopje voor Krista.
Maar toen gebeurde het, we kwamen aan bij de “extra moeilijke” opdracht. Tot nu toe hadden we deze elke keer gewoon gedaan, zonder extra moeite. Maar nu moest ik toch even twee keer kijken. En een derde keer…. Sara keek me verwachtingsvol aan. Ik keek een vierde keer. “Oja, ja… ik zie het. Wat je dus moet doen is…” Ik snapte wat de bedoeling was, maar ik liep vast. “ok, wat dus de bedoeling is, dit hert… dit hert gaat van A naar B lopen, langs de getallen… en dan moeten alle routes telkens bij elkaar 10 worden.” Ja, dat snapte ik en Sara ook. met onze vingers tekenden we de verschillende routes uit. “en hier staat 2 en dan… +4… dus dan moet op dit stippellijntje…”
Vraagtekens, ik zag alleen maar vraagtekens. Sara kijkt me vragend aan en noemt vervolgens een willekeurig getal. “13?” ik tik nadenkend met een potlood tegen mijn voorhoofd. “9?” ik steek mijn vinger in de lucht als teken dan ze even stil moet zijn. “21?” ik kijk Sara aan en zeg dat het de bedoeling is dat we getallen uitrekenen, niet gokken. Maar ik kom er nog steeds niet uit. Bemoedigend bespreek ik mezelf toe “I’m overthinking this” en ik gooi de som, met een foto erbij in de groeps-app met mijn ouders, zus, zwager en arno. Direct komt er een video oproep in beeld. Ik neem op.
Een video oproep met mijn beide ouders is al best een uitdaging op zich, helemaal als je een reken opdracht uit groep 3 moet bespreken. Mijn vader legt vijf keer uit wat de bedoeling is, ik zeg vijf keer dat ik weet wat de bedoeling is en mijn moeder zegt ook iets maar de verbinding valt telkens weg. Wanneer we beginnen aan de zesde, precies dezelfde uitleg, van mijn vader gaat alles technisch mis en valt het hele gesprek stil. Mijn moeder appt Papa gaat de som uittekenen en invullen, dan stuurt hij die naar jou.” Nu zijn er drie volwassenen bezig met de som uit groep 3. Sara tekent een bloemetje in haar rekenboek.
Ik weet niet of ik moet lachen of janken, gebeurd dit nou echt? Dus ik besluit een vriendin te appen, ook haar stuur ik de som door. Ik weet zeker dat wij te moeilijk denken en zij gaat me uitlachen en zeggen hoe het zit. Maar 10 minuten later krijg ik een appje: “ik ben het helemaal kwijt, mijn vriend en ik hebben er nu ruzie over.” Zij stuurt de som naar haar zus en vader. Nu zijn er 7 volwassenen bezig met een som uit groep 3. Sara ligt voorover op tafel en zingt een liedje.
Mijn zus doet ook een poging, in de groepsapp breken we allemaal ons hoofd over deze som. Ik krijg screenshots van mijn vriendin, haar vader heeft het met een balpen uitgetekend. Ze heeft collega’s op werk betrokken, die zijn al weer afgehaakt. Mijn zus heeft ondertussen de opdracht in een programma gezet. En dan…. Dan blijft het stil. Alle dertig volwassenen die met de som uit groep 3 bezig waren zijn stil. Sara is ondertussen gewoon maar weggegaan, ze is gaan fietsen met een vriendinnetje.
Er komt een appje binnen van mijn vader: “Ik gooi de handdoek in de ring!” Daar zit ik dan, aan tafel met een rekenboekje uit groep 3 voor mijn neus en ik zie eens in de zoveel tijd twee meisjes langs het raam fietsen. In mijn hoofd probeer ik de volgende verhaaltjes som uit te rekenen:
Als een meisje van 6 jaar 12 rondjes fietst in 10 minuten, terwijl er 30 volwassenen op verschillende locaties in Nederland nadenken over een som, hoeveel kilo schaamte voel je dan? En kun je hiermee berekenen hoeveel gram zelfvertrouwen er dan nog over is?
Niet zoveel…
Hi,
Heb me laatst eens verdiept in de nieuwe manier van deelsommen uitrekenen en ook in het delen en vermenigvuldigen van breuken…
Hou je maar vast, want DIE sommen komen ook nog ……
LikeLike